Nederland is geen teer vaasje meer, maar een patiënt… Een patiënt die behandeld moet worden en “daarbij hebben we iedereen nodig”. Aldus premier Rutte deze week. En we volgen hem. In tijden van crisis kijken we naar onze leiders. In dit geval een leider die eerlijk toegeeft de antwoorden niet helemaal te hebben en te moeten vertrouwen op deskundigen. En alhoewel we ook nu 17 miljoen ‘bondscoaches’ hebben; over het algemeen volgen we de richtlijnen op.
Toch is niets menselijks ons vreemd. Een crisis maakt dat extra zichtbaar. Angst speelt een grote rol. Van angst voor ziekte en dood tot en met angst om te weinig toiletpapier in huis te hebben. Angst leidt tot het nemen van afstand en tot hamsteren. Overigens zien we ook allerlei initiatieven om elkaar te helpen – van het aanbieden van oppashulp tot en met het doen van boodschappen voor anderen. Interessant is de vraag of groepen dichter tot elkaar komen. Contact tussen groepen is hiervoor namelijk cruciaal. Fysiek is dat nu minder goed mogelijk. Tegelijkertijd zijn mensen goed in staat zich in te leven in anderen en is via allerlei kanalen juist nu veel aandacht voor hen die echt getroffen worden. Mensen die niet (meer) alleen op grote afstand wonen. Mogelijk dat we zelfs straks niet alleen een gedeelde vijand hebben, maar een gezamenlijk belangen overstijgend doel. Dat is in ieder geval waar onze premier ons op aanspreekt.
De afgelopen dagen heb ik veel moeten denken aan onze onderzoeken naar sociale veerkracht: de mate waarin mensen en gemeenschappen in staat zijn om met verandering en crises om te gaan. Duidelijk is dat er grote verschillen zijn tussen mensen in hoeverre ze dat lukt. Ook in Brabant. Niet iedereen is even veerkrachtig. In Brabant hebben we het over 57% die veerkrachtig is, 31% deels en 12% niet veerkrachtig. Die laatste groep is vaker laagopgeleid, heeft een laag inkomen en is vaker alleenstaand. Zij hebben simpelweg niet in dezelfde mate toegang tot allerlei hulpbronnen. Of het nu gaat om persoonlijke hulpbronnen, een goed sociaal netwerk of hulpbronnen vanuit de omgeving – zoals in de eigen wijk. Het zijn met name die mensen die kwetsbaar zijn in deze crisis. En voor wie we oog moeten hebben.
De vraag is straks: wat leren we hiervan? Dan bedoel ik niet of we het logistiek goed geregeld hebben of welke medicijnen we moeten ontwikkelen om dit ‘nooit meer mee te maken’. Maar meer: wat zegt deze crisis over onszelf? Handelde ik zoals ik wil zijn? Wat doe ik als het schap bijna leeg is? Pak ik dan toch… voor de zekerheid…voor mezelf en mijn gezin…? Wat doet angst eigenlijk met mij? Kan ik omgaan met een onderbreking van het normale leven? Ben ik bang voor mezelf? Voor anderen? Help ik anderen? Nu opnieuw blijkt dat we kwetsbaar zijn, durf ik dan ook mijn eigen kwetsbaarheid onder ogen te zien? Maakt dat me bang of maakt het juist zichtbaar wat waardevol is? Ik zelf verheug me momenteel in ieder geval enorm op de lente.
Maatschappelijk valt er ook wat te leren. Nu al is het minimaal interessant om een keer stil te staan bij mensen die nooit (!) wc-papier hebben, voldoende eten, medicijnen voor hun zieke baby of een dak boven het hoofd. Of dichter bij huis: geen werk hebben, ziek zijn, of eenzaam. Hoe zorgen we ervoor dat we veerkracht van mensen en plekken versterken? Zodanig dat een volgende keer iedereen beter is voorbereid of wordt opgevangen. Die volgende keer komt er zeker. Zoals Mark Rutte al zei: “we hebben iedereen nodig. Let op wat je wel en niet doet, kijk om naar elkaar en zorg voor anderen”. Wat mij betreft doen we dat nu èn straks.
Dr. Patrick Vermeulen
Directeur-bestuurder het PON