Foto door Maarten Breedveld
Ruime zones rondom Natura 2000-gebieden bieden de mogelijkheid om de natuur te herstellen én perspectief te bieden aan (jonge) boeren die willen extensiveren: de zogenaamde ‘overgangszones’. Onze huidige landinrichting en landgebruik is echter niet in lijn met de gewenste verweving van natuur en landbouw op deze plekken. Strategische sturing van de gronden is een vereiste om de juiste boer op de juiste plaats te krijgen, én om landbouwgronden vanuit de juiste waarde(n) te beoordelen.
In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben Het PON & Telos en Bureau Peter de Ruyter landschapsarchitectuur een verkenning naar een mogelijke grondstrategie in overgangszones rondom Natura 2000-gebieden uitgevoerd. Hierin is de rol van instrumenten voor regulering, herwaardering en herverkaveling van grond specifiek meegenomen. De verkenning resulteert in drie aanbevelingen voor de inzet van een grondstrategie:
- Verplichting geeft richting: Regulerende instrumenten geven richting en zorgen voor heldere kaders. Gezien de urgentie van de opgaven is de inzet van verplichtende maatregelen noodzakelijk om versnelling te realiseren.
- Complexiteit vraagt collectiviteit: Bij meervoudige opgaven en een hoog aantal grondeigenaren is een gebiedsgerichte, collectieve benadering noodzakelijk om de maatschappelijke doelen te behalen.
- Mixen op maat: Binnen een actieve, gebiedsgerichte grondstrategie zijn een mix van instrumenten mogelijk in aansluiting op de specifieke kenmerken en omstandigheden in het gebied.
Sturen op grond in overgangszones vraagt kortom om een mix van instrumenten, waarbij een verplichtend karakter en gebiedsgerichte benadering cruciaal zijn. Zonder actievere sturing op grond, komt het behalen van de opgaven simpelweg niet bijtijds rond.