De achteruitgang van de natuur, het watersysteem en klimaatverandering vormden het startpunt van de transitie van het landelijk gebied. In het provinciale programma van het landelijk gebied van Gelderland zijn maatregelen opgenomen om deze achteruitgang een halt toe te roepen. Een onderdeel hiervan is een zogenaamde sociaaleconomische impactanalyse (SEIA) van de maatregelen. Het doel van de analyse is om verder te kijken dan stikstof alleen en een breder perspectief te bieden. De blik van brede welvaart helpt om een inschatting te maken van de impact van alle (natuur)maatregelen en de bijbehorende veranderingen in bedrijfsvoering. In de analyse wordt de kwaliteit van de fysieke en sociale leefomgeving én de kwaliteit van leven voor de agrariërs en de inwoners in beeld gebracht.
De transitie van het landelijk gebied zorgt ervoor dat agrariërs keuzes gaan maken om te voldoen aan de gestelde maatregelen, of de keuze maken om te stoppen met hun huidige bedrijfsvoering. Deze keuzes zijn op hoofdlijnen te verdelen in extensiveren, omschakelen, innoveren of stoppen. Voor het overige buitengebied wordt veelal ingezet op natuurherstel en uitbreiding van het areaal. De impact wordt bepaald door de keuzes die op bedrijfsniveau of in het natuurgebied worden gemaakt. Deze keuze bepaald of het effect positief, negatief of neutraal is. Vervolgens bepaalt het aandeel agrariërs of het areaal aan natuurgebied hoe groot deze impact is.
Resultaten
De noodzakelijke verbetering van natuur, waterkwaliteit en klimaatadaptatie vormen het startpunt van de veranderingen binnen het landelijk gebied. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de maatregelen leiden tot positieve effecten op de fysieke leefomgevingsaspecten van brede welvaart in Gelderland. De positieve impact op deze thema’s werken door op andere brede welvaartsthema’s. De analyse laat zien dat de transitie niet alleen gaat over stikstof en de instandhouding van biodiversiteit. Het gaat nadrukkelijk ook om de kwaliteit van leven en de sociale leefomgeving.
Voor inwoners is de impact op brede welvaart neutraal tot positief. De positieve impact op het milieu draagt bijvoorbeeld bij aan de gezondheid en onze woonomgeving. Zo leidt fijnstof tot allerlei negatieve effecten op de gezondheid zoals COPD, astma, maar ook bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en longkanker. De vermindering van fijnstof, als resultaat van stoppende veehouders, zorgt daarmee ook voor positieve effecten op de gezondheid van alle inwoners, dus ook die van agrariërs. Vanuit het perspectief van de agrariër ontstaat er een wisselender beeld. De keuze op bedrijfsniveau gaat namelijk niet alleen over de verhoging van het waterpeil of het reduceren van emissies. Omschakelen naar een duurzamere vorm van landbouw of het stoppen met het bedrijf heeft meerdere consequenties. Het welbevinden voor de stoppende veehouder gaat bijvoorbeeld op korte termijn achteruit. Het stoppen met het bedrijf is namelijk geen gemakkelijke keuze en kan zorgen voor stress, het gevoel van falen, maar ook rouw.
De analyse legt naast de impact op brede welvaart ook een aantal belemmeringen en risico’s bloot die het slagen van de transitie kunnen vertragen. De brede welvaart kan daardoor dus anders uitpakken. De impact op brede welvaart en de hindernissen waar we voor staan geven handvatten aan het beleid om (on)gewenste ontwikkelingen te vermijden of juist te stimuleren. Deze en vele andere uitkomsten van de analyse staan beschreven in het rapport.
Publicatie
![]() |