Accentueer het verschil: een regionaal perspectief op achterstanden in Nederland

Doorlooptijd:
oktober 2023 - februari 2024
Opdrachtgever:

Welvaart en welzijn blijven in een aantal regio’s in Nederland achter. Dat constateerden drie adviesraden in het rapport Elke Regio Telt!. Hierin roepen zij het kabinet op om nieuw beleid te ontwikkelen dat achterblijvende regio’s vooruit helpt. Het demissionaire kabinet Rutte IV onderschrijft deze oproep en werkt aan nieuw beleid voor de sociaal- economische ontwikkeling van regio’s. Daartoe is meer inzicht nodig in de ontwikkeling van achterstanden, de regionale concentratie ervan en de ongelijkheid in brede welvaart die daar het gevolg van is.

Meervoudige achterstand

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Het PON & Telos  een onderzoek uitgevoerd naar (meervoudige) achterstand in Nederland. Achterstand is meer dan armoede. Het betreft een gelaagd fenomeen, dat afhangt van diverse factoren. Dit zijn zowel individuele factoren, zoals het hebben van werk of een goede gezondheid, als de kwaliteiten van de plek waar mensen wonen en leven. Ongelijkheid tussen (groepen) mensen vertaalt zich ruimtelijk en leidt tot stapeling van achterstanden in bepaalde gebieden. Om zicht te krijgen op de concentratie en stapeling van achterstanden,  is gebruik gemaakt van een aan de Nederlandse situatie aangepaste Meervoudige Achterstandsindex of MDI. De MDI brengt op basis van zeven domeinen (inkomen, werk, gezondheid, opleiding, huisvesting, veiligheid en woonomgeving) achterstanden op gemeentelijk en regionaal schaalniveau in beeld. Daarmee kent de MDI een belangrijke signaalfunctie voor bestuur en beleid: het laat die plekken oplichten die te maken hebben met een bovengemiddelde stapeling van achterstanden. Deze gebieden kennen veelal een kwetsbaarder ontwikkelperspectief.

Overall gaat het goed, maar lang niet overal

Uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een zogenaamde ‘achterstandsparadox’. Naast een landelijk stijging van het gemiddelde inkomen is opvallend dat ook het percentage arme huishoudens in de periode 2014-2023 is gegroeid. Niet iedereen profiteert van de positieve ontwikkeling in termen van verminderde deprivatie. Naast een aantal grote stedelijke gemeenten met een concentratie van achterstanden, zijn er ook meer perifeer gelegen regio’s die hoge tot zeer hoge MDI-scores kennen. Sterker nog, de perifere zone springt eruit als het gaat om de stapeling van achterstanden op regionaal niveau. In regio’s als Oost-Groningen, Delfzijl en omgeving, Zuid-Limburg, Zuidoost-Drenthe, Zeeuws-Vlaanderen, Overig Groningen, Midden-Limburg en Kop van Noord-Holland ligt het gemiddeld inkomen lager en het percentage arme huishoudens hoger dan landelijk gemiddeld.

 

Hardnekkige patronen

Elk van deze regio’s kent een verschillende combinatie van MDI-domeinen die negatief oplichten en daarmee een specifieke, regionale context van achterstand en bijbehorend ‘achterstandsprofiel’. Wat overeenkomt is het hardnekkige en vaak structurele karakter van de achterstand. Vooral de gecombineerde achterstand op het vlak van inkomen, gezondheid en vaak ook werk en opleiding speelt een belangrijke rol in alle onderzochte regio’s. De huidige, regionale concentraties van achterstand in perifere regio’s zijn bovendien niet van vandaag of gisteren. Ze weerspiegelen veelal padafhankelijke sociaaleconomische structuren en patronen. Deze hebben onder meer te maken met een per regio wisselende combinatie van factoren, zoals grensligging, demografische ontwikkeling en bevolkingssamenstelling, het gebrek aan stuwende bedrijvigheid en hoger onderwijsinstellingen, enzovoorts.

Kwetsbaarheden én kansen in beeld

Zonder langdurige Rijksbetrokkenheid is het voor deze regio’s moeilijk om – op eigen kracht – de structurele stapeling van achterstanden weg te werken. Om de beweging te maken van kwetsbaar naar kansrijk zijn dan ook verschillende beleidsmatige interventies nodig. We dragen hiervoor verschillende ingrediënten aan . Een gedifferentieerde aanpak, die aansluit bij de uiteenlopende opgaven in de perifere regio’s, is nodig om tot oplossingen te komen. Daarin dient niet alleen oog te zijn voor de kwetsbaarheden maar ook voor de regionale kansen. Daarbij past een zorgvuldige accentuering van de regionale verschillen.

  1. Belemmeringen adresseren
  2. Achterstanden verminderen
  3. Regionale kansenagenda opstellen
  4. Koppeling nationale transities aan regio

Lees het volledige rapport

dr. Susanne Agterbosch
Inhoudelijk directeur
Wil je meer weten?
Neem dan contact op met Susanne Agterbosch...
s.agterbosch@hetpon-telos.nl 06 30 03 76 27

Vergelijkbare projecten