Nieuws

Essay ‘Gemengd bedrijf: Waarom de landbouw van toen dé toekomst heeft’ voor Wim van de Donk

25 september 2020

In onze sterk verstedelijkte samenleving groeit de behoefte aan ontsnapping uit de hectiek van alledag. We projecteren onze verlangens van rust en romantiek vervolgens maar al te graag op het platteland. Rurale nostalgie is een beproefd compensatieverschijnsel in tijden van snelle verandering. Maar dat levert verraderlijke beelden op. Want meer dan de stad, is juist het platteland in onze tijd speelveld van radicale veranderingen. Belangrijkste aanjager is de landbouw, (mede)drager van de plattelandseconomie en -samenleving.

 

In het persoonlijk getinte essay ‘Gemengd bedrijf: Waarom de landbouw van toen dé toekomst heeft‘ – aangeboden bij het afscheid van Wim van de Donk als commissaris van de Koning in Noord-Brabant (2009-2020) – onderzoekt Joks Janssen of het ‘vergeten’ verleden van het voor Brabant zo kenmerkende gemengde bedrijf, de hedendaagse zoektocht naar een duurzame landbouw kan inspireren. Is het in dit verleden ‘opgesloten’ kennis- en waardensysteem te mobiliseren voor de opgaven van (over)morgen?

Het opnieuw verankeren van wat is losgeraakt, is niet alleen voor de landbouw een uitdaging. Ook in de universitaire gemeenschap die Wim van de Donk gaat dienen, is een fundamentele zoektocht gaande naar een hernieuwde en betekenisvolle verbinding van de universiteit met de samenleving. Om de parallelliteit tussen beide opgaven te verkennen, is het essay van Joks door Patrick Vermeulen van annotaties voorzien. Vanuit zijn persoonlijke betrokkenheid bij Tilburg University, analyseert Patrick hoe de verbinding tussen wetenschap en samenleving zich heeft ontwikkeld, en hoe herbronning van het aloude ideaal van academische vorming helpt om deze verbinding weer van nieuw elan te voorzien. In de kantlijn van het essay ontvouwt zich zo langzaam maar zeker een nieuw verhaal, dat tevens de bestuurlijke rolverandering van Wim van de Donk markeert.

Wie de ontwikkeling van het (onderling sterk vervlochten) landbouw- en wetenschapsbedrijf naast elkaar legt, ziet onmiddellijk parallellen. Ook de universiteit is de afgelopen decennia te veel ‘losgezongen’ van de bodem waarop ze rust, en van waaruit ze wordt gevoed. De verbroken verbinding met de samenleving is op dit moment – net als in de landbouw – onderwerp van een breed publiek debat. Universiteitsbesturen en politiek erkennen dat gezocht moet worden naar een nieuwe balans. Na jaren van focus op internationalisering en economische valorisatie van
kennis, staat het thema van maatschappelijke betrokkenheid nadrukkelijk op de agenda. Men (h)erkent, zij het voorzichtig, dat de samenleving en directe omgeving van de universiteit een rijke leeromgeving is, waarmee actiever moet worden samengewerkt. Niet alleen in onderzoek (zoals in academische werkplaatsen), maar zeker ook in de basis: de opleiding van de dragers van onze toekomstige samenleving.

Als dit inzicht leidt tot ‘het goede doen’ zetten we de stap van ‘understanding’ naar ‘advancing’ society, in lijn met het vormingsideaal van Von Humboldt en dat van een van de belangrijke oprichters van de Tilburgse universiteit, Martinus Cobbenhagen. De bestuurlijke plek van Wim van de Donk mag vanaf oktober 2020 dan een andere zijn, de opdracht en opgave is ten diepste dezelfde. Of het nu gaat de relatie tussen boer en bodem, universiteit en samenleving, de paralyserende tegenstelling en vervreemdende afstand moet weer wordt hersteld in een patroon van nabijheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid.