Foto: Angela van Enthoven
Ter compensatie van de tweede Maasvlakte werd in 2006 gezocht naar een locatie waar natuur kon worden gerealiseerd. Daarbij viel het oog op het Buijtenland van Rhoon. In het gebied zou akkerbouw verdwijnen en moerasnatuur worden ontwikkeld. Inwoners kwamen echter met een alternatief plan, waarin natuurinclusieve akkerbouw hand in hand gaan met recreatie en natuur. Het gebied zorgt dat er niet alleen gewerkt wordt aan de natuurdoelen, maar ook aan de verbetering van de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Met andere worden; een gebied met ruimte voor natuur, wonen, werken, recreëren en beleven.
Het doel van de sociaaleconomische impactanalyse is om te analyseren op welke thema’s van brede welvaart het gebied impact heeft ten opzichte van de oorspronkelijke situatie.
Een greep uit de resultaten
Fysieke leefomgeving
Er wordt een zeer positieve impact verwacht op de brede welvaart in het gebied. Voortkomend uit de voorgenomen natuurinclusieve bedrijfsvoering en de realisatie natuur, is een positieve impact op het thema ecosystemen en biodiversiteit zichtbaar. Binnen een natuurinclusieve bedrijfsvoering worden daarnaast de emissie van ammoniak, en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gereduceerd. Dat heeft een positief effect op de bodem- en waterkwaliteit; een positieve impact op milieu en klimaat.
De inzet op landschappelijke kwaliteit middels de gevormde natuur en natuurinclusieve bedrijfsvoering resulteert in positieve scores op de thema’s wonen, arbeid en vrije tijd. Het is namelijk prettig(er) wonen en recreëren in een groene leefomgeving met een verminderde ziektelast.
Sociale leefomgeving
Door de toegenomen landschappelijke kwaliteit wordt eveneens een positief effect verwacht op de sociale leefomgeving; thema’s arbeid en vrije tijd, wonen en welbevinden, scoren hier positief door een toegenomen sociaal contact door recreatie in het gebied. Tevens ontstaat er werkgelegenheid door die recreatie en de multifunctionele onderdelen op het agrarisch erf.
Kosten
De inzet op natuurinclusieve bedrijfsvoering schets een zeer positieve impact op de verschillende thema’s van brede welvaart. Maar, het realiseren van die impact brengt ook zekere kosten met zich mee. Agrariërs investeren in hun natuurinclusieve bedrijfsvoering, door onder andere grond niet te gebruiken, en minder intensief te bewerken. Daarmee neemt hun afzet, en inkomen, dus af. De meeste agrariërs in het gebied hebben één over meerdere nevenactiviteiten en mogelijk komt er een extra vergoeding via een BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw waardoor het inkomen gecompenseerd wordt. Het thema materiële welvaart laat echter zien dat, wanneer niet wordt ingezet op het verwaarden van een aantal natuurmaatregelen, de agrariërs er in principe in hun materiële welvaart op achteruit gaan. Een aandachtspunt voor de coöperatie.
Publicatie
Volgt in november 2024.